uithoudingsvermogen

Uit Etymologiewiki
Ga naar: navigatie, zoeken

uithoudingsvermogen zn. ‘vermogen om gedurende een bepaalde tijd een inspanning te kunnen volhouden’

Samenstelling van uithouding en vermogen.

Hoewel de oudste attestatie in WNT uit 1901 dateert, vinden we het woord al in 1859, in En haar uithoudingsvermogen openbaarde zich zoo sterk... (‘Een eerste en een laatste bal. Naar het Hoogduitsch van F. W. Hackländer’, Nederlandsch Museum, 24 (1859), p. 221). Aangezien het woord Aushaltungsvermögen in het Duits al aan het einde van de achttiende eeuw (o.m. in 1791 – Hirschfeld, C. C. L. (ed.), Kleine Gartenbibliothek (Erster Band), Kiel, 1791, p. 155) opduikt, kan men aan een leenvertaling denken.

-- YA