infrastructuur

Uit Etymologiewiki
Versie door AndreBot (overleg | bijdragen) op 24 jun 2012 om 06:51 (auteur(s))
Ga naar: navigatie, zoeken

Het woord is aangetroffen in Het nieuws van den dag, 04-08-1902, artikel "Brieven uit Parijs": "Deze laatste helft van de Noordelijke circulaire lijnen, welke in Augustus voor het verkeer moet worden opengesteld, is, wat de  »infrastructuur«-werken betreft, over hare geheele lengte »af«." Gezien de context gaat het hier om een ontlening uit het Frans, niet het Engels; in het Engels is het woord overigens ook (al in de 19e eeuw) overgenomen uit het Frans.

Hierna zijn geen attestaties bekend tot 1952, in welk jaar het in het nieuws komt vanwege de aanleg van vliegvelden en dergelijke in het kader van de infrastructuur van de (West-)Europese verdediging (Limburgsch Dagblad 28-03-1952). Al snel kreeg het woord, net als in het Engels en andere talen, niet alleen een snel groeiend gebruik, maar ook een flinke betekenisuitbreiding: Nog datzelfde jaar wordt er van gesproken dat het plan-Schuman "het raam en de infra-structuur vormt" van de economische eenheid en samenwerking van Europa (we spreken hier over de oprichting van de EGKS, de voorloper van de EEG) (Amigoe di Curacao 10-12-1952).

-- AE