placebo

Uit Etymologiewiki
Ga naar: navigatie, zoeken
Placebo
'vlijer' 1486
'namaakgeneesmiddel dat slechts werkt door suggestie' 1909 (De Tijd 23-07-1909: "Voor het zedelijk gevoel van den medicus moet het zeer beschamend zijn, iets aan te raden of voor te schrijven waarvan hij beslist weet, dat het een placebo is")

Placebo is Latijn voor ik zal behagen. De term komt voort uit begrafenisceremonies. In de vroege Middeleeuwen ontstond een vaste invulling van begrafenisdiensten, waarbij de voorganger vaste Bijbelverzen voordroeg of zong, en de congregatie deze met vaste Bijbelverzen beantwoordde. Het eerste vers was hier was Psalm 116:1-9, beantwoord met Psalm 116:9. Psalm 116:9 luidt in de Vulgata "placebo Domino in regione vivorum" ('ik zal de Heer behagen in het land der levenden').

Omdat de familie van de overlevende bij begrafenissen voor voedsel en drank zorgde, kwam het voor dat mensen die nauwelijks een relatie met de overledene hadden gehad, of zelfs helemaal geen, toch naar de begrafenis gingen, niet om te rouwen, maar om deze gratis verzorging te krijgen. Dit nam in Frankrijk dusdanige vormen aan dat dergelijke begrafenisdeelnemers het archetype werden van waardeloze simulators, en omdat het eerste wat ze deden het zingen van "placebo Domino in regione vivorum" was, werden ze bekend als 'placebo-zangers'.

Toen de oorspronkelijke betekenis van de uitdrukking niet meer duidelijk was, ontwikkelde de term 'placebo zingen' zich onder invloed van de oorspronkelijke Latijnse betekenis van het woord van 'doen alsof' naar 'vlijen'. In deze betekenis maakte het woord zich ook los van de uitdrukking, en ging 'overdreven vlijer' betekenen.

Een vergelijkbare ontwikkeling (combinatie van de betekenissen 'doen alsof' en 'behagen') kan tot de huidige betekenis 'namaakgeneesmiddel' hebben geleid.

Bron: Engelstalige Wikipedia

--AE