illusionisme
Oudere attestaties:
- 'wijsgerig idee dat alle waarneming en kennis op illusie berust' 1889 Bolland[1]
- 'geloof in illusies, onrealistisch optimisme' 1916 Havelaar[2] (illusionist is al eerder in deze betekenis aangetroffen, zie aldaar)
- 'het vermogen tot opwekken van illusies' 1927 Brill[3]
- 'het suggereren van niet-bestaande objecten in de kunst' 1928 Vermeulen[4]