Etymologiewiki:Lijst gemelde ontbrekende woorden/B: verschil tussen versies
Regel 55: | Regel 55: | ||
'''[[bermtoerisme]]''' | '''[[bermtoerisme]]''' | ||
+ | |||
+ | '''[[besodemieteren]]''' | ||
'''[[betrokkenheid]]''' | '''[[betrokkenheid]]''' |
Versie van 4 nov 2014 om 08:37
Terug naar Etymologiewiki:Lijst gemelde ontbrekende woorden
B
benaderen, benadering, benaderbaar
bench hondenkennel
bezoeken meerdere betekenissen
bietenbrug zie: https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/de-bietenbrug-op-gaan
binnenmoeder, binnenvader bestuurder van een wezen- of armengesticht
Blauwdotter inwoner van Noordwijk aan Zee
blauwgraslandHer en der tref ik twee etymologieën aan. (1) De meest voorkomende is dat de term verklaard moet worden uit het gegeven dat aan de associatie veel planten met een blauwgroene bladkleur deelnemen, zoals Spaanse ruiter, Pijpenstrootje, Blauwe zegge, Tandjesgras en (schraal) Riet, zodat er een blauwgroene waas over de begroeiing ligt. Een zeer plausibele verklaring overigens. (2) Een andere etymologie is dat ‘blauw’ negatieve betekenissen kan hebben.
boeggolver uit een vertrouwelijk psychologisch rapport( betrof een patiënt)
boeibord, een verticale plank langs de muur, vlak onder de dakrand (althans die betekenis geldt, voor zover mij bekend, in Zuid Holland).
boerderette een interessant woord met het Frans/Engelse leensuffix –ette na een Nederlandse (getrunceerd) eerste deel, dat qua woordvorming doet denken aan het Vlaams/Franse fermette. Op internet vind ik dat het in 1992 door Wim T. Schippers bedacht zou zijn
boetekleed: - aantrekken
bonker(tje) een korte duffelse jas, meestal zwart of blauw
bouwvak, bouwvakker bouwvak eind 19e eeuw, wrs oiv Duits Baufach
Breust (Breusj, brust, Brustem), een (plaats)naam
buikriem 'stuk zuurkoolspek van varken'; kan versneden worden tot speklappen; komt ook in het Deens voor